· 

Peperkoek en mosterd

Na vijf dagen in Dijon is het tijd om de balans op te maken. De vraag van de dag: wat typeert de stad nu het meest? Is het de historie en de cultuur? Naast alles wat ik al heb beschreven is er o.a. nog het Musée Magnin, een klein museum met een particuliere collectie in een van de prachtige hôtels in de stad. Het bleek een verrassende collectie schilderijen van - voor mij iets minder bekende - Nederlandse schilders te herbergen. Met als voordeel dat ik nog wat tips over wijn in het nederlands kon lezen. En het Musée Rude is, denk ik, het kleinste museum in de stad, met enkele replica’s van standbeelden van de beeldhouwer François Rude (geboren en getogen in Dijon), waaronder het beroemde sculptuur ‘het vertrek van de vrijwilligers/de Marseillaise’ dat hij voor de Arc de Triomphe in Parijs heeft gemaakt. Of is het de mix van dit alles met daarbij ook nog natuur onder handbereik? We hebben de afgelopen dagen te voet de stad doorkruist. De auto heeft zich staan vervelen en de stappenteller heeft overuren gemaakt. Dankzij twee lange wandelingen langs de Ouche en het Canal de Bourgogne kregen we meer dan voldoende zuurstof in de longen. Of wint toch de gastronomie? Zelden zoveel bars en restaurants in alle soorten en maten gezien. Er is zelfs een heuse ‘Cité Internationale de la gastronomie & du vin’. Maar hoe geweldig dit alles ook is, wat we vooral heel veel, maar dan ook echt heel veel hebben gezien, kortom wat Dijon dus het meest typeert: mosterd en peperkoek! 

 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0